De Amsterdamsche Duinwater-Maatschappij was een waterleidingbedrijf dat de drinkwatervoorziening in Amsterdam verzorgde. Het bedrijf bestond van 1851 tot 1896 en was het eerste waterleidingbedrijf in Nederland. De Amsterdamsche Duinwater-Maatschappij was de voorloper van de Gemeentewaterleidingen Amsterdam.

De Amsterdamse Waterleidingduinen bezit de grootste damhertenpopulatie van Nederland per hectare. Er wordt geschat dat er ongeveer 2.000 damherten rondlopen (2011), dus circa 0,6 per hectare. Sinds een aantal jaren wordt er niet meer gejaagd op de damherten en zijn de aantallen flink toegenomen. De grote aantallen damherten zijn een flinke publiekstrekker.

De Amsterdamse Waterleidingduinen is een waar eldorado voor natuur en landschap fotograven.

Geschiedenis


In steden zoals Amsterdam werd vanouds het drinkwater uit grachten en sloten gehaald. Dit water was echter zwaar vervuild, temeer omdat ook de riolering erop uit kwam. Daarom moest men zijn toevlucht nemen tot de opvang van regenwater en de aanvoer van schoon water uit de Vecht. Eind 18e eeuw werden er waterbakken aangelegd, waarin dit -vrijwel ongezuiverde water- werd bewaard. Dit water werd aan huis verkocht. Andere wijzen om aan water te komen waren het vergaren van hemelwater en het gebruik van pompen, die zich gewoonlijk in de keuken bevonden.

Ondanks deze voorziening braken er regelmatig epidemieën uit van cholera en tyfus. Men ontdekte dat deze ziekten voortkwamen uit het drinken van besmet water. Zo ontstonden er plannen om een drinkwaternet aan te leggen. Het was Jacob van Lennep die het denkbeeld opperde om zoetwater uit de duinen te betrekken en dit naar Amsterdam te vervoeren. De eerste plannen omstreeks 1840 voorzagen in een leiding van uitgeholde boomstammen vanuit de Brouwerskolk te Bloemendaal. Dit was een waterloop die vers duinwater ontving, wat onder meer voor het bierbrouwen werd gebruikt.

Na de cholera-epidemie van 1848 kwam het project in een stroomversnelling. Een door Jacob van Lennep gestimuleerde geldinzamelingscampagne bracht niet het gewenste resultaat, maar met behulp van Engelse geldschieters kon men in 1851 toch de maatschappij oprichten en een aanvang met de werkzaamheden maken. In Londen had men namelijk al ervaring met een waterleidingbedrijf. Aldus kwam er een pompstation bij Vogelenzang waar water uit de duinen werd opgepompt en door gietijzeren leidingen naar de Willemspoort te Amsterdam werd geleid, waar met het water aanvankelijk voor een cent per emmer verkocht. De werken waren gereed in 1853. Het wingebied werd herhaaldelijk uitgebreid en zou uitgroeien tot de Amsterdamse Waterleidingduinen.
Vervolgens werd een waterleidingnet uitgebouwd. Slechts de rijkere inwoners van Amsterdam konden een aansluiting op dit net veroorloven. Aldus nam ook het watergebruik toe. In 1865 werd het waterwingebied uitgebreid, en bij de cholera-epidemie van 1866 vielen in Amsterdam vrijwel geen slachtoffers. Er waren toen 8505 particuliere aansluitingen en 56 tappunten. Vanwege verdere toename van het gebruik werd in 1877 een tweede pijpleiding vanuit de duinen aangelegd.

De Amsterdamse Waterleidingduinen is een duingebied tussen Zandvoort (Noord-Holland) en de Langevelderslag in de gemeente Noordwijk (Zuid-Holland).
Het duingebied is ingericht voor de winning van drinkwater voor de stad Amsterdam; er stroomt jaarlijks vijftig miljoen kubieke meter drinkwater door dit 3400 hectare grote gebied. Er wordt sinds 1853 water gewonnen, waarmee het het oudste waterwingebied van Nederland is. Het wordt geëxploiteerd door Waternet.

Het duingebied is een beschermd natuurmonument en bij de Europese Commissie aangemeld als Habitatrichtlijngebied. Daarmee geniet het bescherming volgens de Europese regelgeving. Rust, ruimte en natuur zijn de voornaamste kernwaarden van dit gebied. Om dit te waarborgen is enkel wandelen toegestaan. Bovendien mag overal buiten de paden worden gewandeld. De Amsterdamse Waterleidingduinen is het grootste aaneengesloten wandelgebied van Nederland.
In het noorden ligt een uitgestrekt complex van infiltratiekanalen. Oostelijk van het infiltratiegebied zijn grote oppervlakten grond bebost. In het zuiden is het duinreliëf minder door vergravingen veranderd. Het centrale gebied bestaat uit landschap dat tijdens de duinverstuivingen tussen 14e en 16e eeuw is ontstaan.
Eigenaar van het gebied is de gemeente Amsterdam, hoewel het voor het grootste deel in de gemeenten Zandvoort en Noordwijk ligt. Ook ligt een gedeelte in de gemeente Bloemendaal, waar nabij Vogelenzang ook het bezoekerscentrum De Oranjekom is gelegen. In 2009 ontving deze 800.000 bezoekers.

Bron tekst Wikipedia