De witbalans wordt gebruikt om kleuren aan te passen om ervoor de zorgen dat witte voorwerpen wit worden weergegeven. Onderwerpen kunnen worden verlicht door verschillende lichtbronnen, zoals zonlicht, gloeilamplicht en tl-licht, die elk een andere kleurtemperatuur hebben. Hoewel al deze verschillende lichtbronnen voor het menselijk oog dezelfde kleur licht lijken te produceren, heeft het licht dat ze verspreiden in werkelijkheid verschillende tinten of kleuren. Zonlicht wordt bijvoorbeeld warmer (roder) of koeler (blauwer) afhankelijk van het tijdstip. Daarom verschilt de kleur van het avondlicht van de kleur van het licht overdag.

De beeldsensor in een digitale camera reproduceert deze kleurverschillen precies zoals ze zijn, waardoor de kleur van de foto, zonder extra verwerking, lijkt te veranderen op basis van de lichtbron. De automatische witbalans verwerkt het beeld automatisch om zo ongewenste kleurzwemen te verwijderen, bijvoorbeeld door foto's die bij gloeilamplicht zijn gemaakt blauwer te maken om de rode schijn van dit type verlichting te corrigeren. Gewoonlijk levert de automatische witbalans het gewenste resultaat op, zonder dat de fotograaf zich zorgen hoeft te maken over het type verlichting. De fotograaf heeft echter de keuze uit een diverse witbalansopties om ervoor te zorgen dat de juiste instelling wordt gekozen in moeilijke lichtomstandigheden.

witbalans

 

Van boven naar beneden:

Automatische witbalans - ingesteld door de camera
Handmatige selectie voor specifieke opnameomstandigheden. Deze kunnen verschillen per camera:
Gloeilamplicht *3000 K
Tl-licht *4200 K
Direct zonlicht *5200 K
Flitslicht *5400 K
Bewolkt *6000 K
Schaduw *8000 K
Een bepaalde Kelvin-waarde instellen voor de kleurtemperatuur
Vooringestelde witbalans, waarbij een specifieke waarde wordt gebruikt die op de huidige locatie is gemeten

 

 De bovenstaande symbolen vertegenwoordigen de witbalansopties van de Nikon D700

Bron: Nikon Nederland