- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Tips
- Hits: 1655
Het is zeer moeilijk om te voorkomen dat stof of andere deeltjes in de camera terechtkomen wanneer u objectieven verwisselt. Als u echter de volgende punten in acht neemt, vermindert of voorkomt u stof en vuil dat zich hecht op de voorzijde van het laagdoorlaatfilter van de beeldsensor.
- Berg verwisselbare objectieven altijd op terwijl de achterlensdop is bevestigd.
- Verwijder stof en vuil van het gedeelte van het objectief dat op de camera wordt bevestigd voordat u het objectief plaatst.
- Verwijder stof en vuil uit de bodydop van de camera voordat u deze op de camera plaatst.
- Verwissel objectieven terwijl de objectiefvatting omlaag is gericht.
- Verwissel geen objectieven in stoffige, vuile of zanderige omgevingen.
- Verwissel objectieven in een schone plastic zak als de omstandigheden daartoe aanleiding geven.
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Tips
- Hits: 1482
Foto camera's zijn ontworpen voor gebruik onder uiteenlopende omstandigheden. Een van de belangrijkste overwegingen voor fotografen zijn de prestaties van de batterijen bij temperaturen buiten het als normaal beschouwde bereik (0 - 35° Celsius).
Een algemeen verschijnsel dat van invloed is op de prestaties van batterijen, is de invloed van de temperatuur op de elektrochemische processen in de batterij: naarmate de temperatuur daalt, zullen de chemische reacties in de batterij die elektriciteit produceren vertragen.
Dit heeft twee gevolgen voor de fotograaf:
- De lagere reactiviteit leidt ertoe dat de elektrolyt minder snel wordt ontladen, zodat de batterij zijn lading gedurende langere tijd vasthoudt. Deze toegenomen 'houdbaarheid' betekent dat oplaadbare batterijen hun lading langer behouden bij koude weersomstandigheden. Daarom is een lagere temperatuur beter voor de opslag van batterijen.
- Door de lagere reactiviteit neemt de capaciteit van de batterij af, waardoor ook het totaal aantal beschikbare opnamen afneemt. De lage temperatuur leidt ertoe dat de zogeheten interne weerstand van de batterij toeneemt. Hierdoor geldt: hoe lager de temperatuur, hoe meer energie wordt verspild bij het leveren van stroom aan de camera. Wanneer de batterij leeg lijkt te zijn, kan deze mogelijk opnieuw worden gebruikt na te zijn opgewarmd doordat in dit geval de interne weerstand afneemt.
Uit de bovenstaande informatie kan worden afgeleid dat batterijen het beste kunnen worden bewaard bij lage temperaturen (hoewel het effect van kortstondige blootstelling aan hoge temperaturen niet merkbaar zal zijn), dat ze opgewarmd dienen te worden voor gebruik en dat de temperatuur zo hoog mogelijk moet zijn terwijl de batterijen daadwerkelijk in gebruik zijn. Bij fotograferen in koude omstandigheden wordt het aanbevolen twee batterijen te gebruiken. Bewaar één batterij in de binnenzak van uw jas of op een vergelijkbare plaats, zodat de batterij door uw lichaamswarmte wordt verwarmd. Verwissel deze batterij regelmatig met de batterij in de camera, zodat de temperatuur van de batterij in de camera niet te laag wordt.
Houd echter rekening met de nadelige effecten van condensatie wanneer u koude apparatuur overbrengt naar een warme, vochtige omgeving: water in de lucht slaat neer op de interne onderdelen van de camera en kan van invloed zijn op de prestaties, met name van optische componenten en gevoelige micro-elektronica.
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Tips
- Hits: 1474
'Stitching' (letterlijk: vastnaaien of -nieten) is de Engelse term die vaak wordt gebruikt voor het elektronisch samenvoegen van foto's in software om zo één grote foto te maken. Wanneer foto's digitaal worden samengevoegd, moeten de randen van de foto's op elkaar aansluiten. Is dit niet het geval, dan ontstaan er lelijke naden in de uiteindelijke foto. Het uiteindelijke panorama ziet er het mooist uit als alle foto's zijn genomen met dezelfde belichting en witbalans omdat er anders een overgang in helderheid of kleur zichtbaar zal zijn. Dit kan worden gecorrigeerd in de software, maar kan het beste worden voorkomen. Sommige camera's hebben een onderwerpstand voor panorama's die automatisch de belichting en witbalans vastzet. Als deze stand niet beschikbaar is, moet u deze instellingen handmatig aanbrengen.
Panoramafoto's maken van een onderwerp in de verte is vrij eenvoudig. Hieronder ziet u een voorbeeld van een panorama dat is samengesteld uit vier aparte foto's die zijn samengevoegd met de software PanoramaMaker. De software zelf creëert goede panoramafoto's, mits de afzonderlijke foto's correct zijn uitgelijnd tijdens de opname. Hierbij is het altijd van belang dat u de camera op gelijke hoogte houdt ten opzichte van de grond.
Panoramafoto's maken met onderwerpen op de voorgrond en de achtergrond is echter moeilijker. Het optische middelpunt van de lens moet worden gevonden om zo parallaxfouten te voorkomen. Hieronder ziet u een voorbeeld van de parallaxfout die zich voordoet als zich objecten op de voorgrond en op de achtergrond bevinden. De digitale camera is op een statief geplaatst en foto A en foto B zijn vanaf dezelfde positie genomen.
Foto A - De camera is gericht op een kerk op de achtergrond met recht ervoor een boom op de voorgrond.
Foto B - De camera is op het statief naar links gedraaid, zodat alleen de linkerzijde van de kerk zichtbaar is. De boom op de voorgrond lijkt echter te zijn verplaatst ten opzichte van de kerk.
Foto C - De foto's zijn digitaal samengevoegd met behulp van panoramasoftware. Aangezien de boom op de voorgrond echter leek te zijn verplaatst ten opzichte van de kerk, staat deze er tweemaal op.
Dit wordt een 'parallaxfout' genoemd. Als u foto's samenvoegt, wordt deze fout niet verholpen door de panoramasoftware.
Om deze fout te voorkomen, moet u de camera draaien rond het optische middelpunt van de lens. Het optische middelpunt van een lens is het punt in de lens waar de lichtbanen elkaar kruisen voor ze samenkomen op de camerasensor of de film. Als u de camera roteert op een statief, treedt er vrijwel zeker een parallaxfout op. Daarom moet u eerst het middelpunt zoeken en vervolgens de camera zo bevestigen dat deze rond dat punt kan worden gedraaid.
Dit is mogelijk met behulp van een panoramakop die u op een statief kunt bevestigen. U bevestigt de camera op een dergelijke kop, waarna u de positie kunt aanpassen en de camera/lens kunt draaien rond het optische middelpunt. Twee fabrikanten van panoramakoppen zijn Kaiden en Manfrotto.
Het middelpunt bevindt zich op een bepaalde afstand ten opzichte van het voorste oppervlak van de lens. Nikon maakt deze informatie niet openbaar, maar het is mogelijk een benadering van het optische middelpunt te berekenen door de onderstaande stappen uit te voeren. Uitgebreidere informatie vindt u bij fabrikanten van panoramakoppen.
1. Plaats de camera in het midden. Zorg ervoor dat de cameralens zich recht boven het draaipunt bevindt. Controleer dit door vanaf de voorkant naar de camera op het statief te kijken.
2. Corrigeer de parallaxfout. U zoekt en corrigeert de parallaxfout door de onderstaande oefening uit te voeren met behulp van een camera, een statief met een panoramakop, een tafel en vier pennen. (U kunt hiervoor het beste dikke stiften gebruiken die rechtop blijven staan.) Plaats de pennen zoals in de onderstaande illustratie. Plaats de camera op het statief met behulp van de panoramakop, zodat de dichtstbijzijnde en verste pennen tegelijk zichtbaar zijn op het LCD-scherm van de camera (of in de zoeker als u een SLR gebruikt). De voorste pennen moeten dichter bij elkaar staan dan de achterste pennen.
Tafel gezien van boven en van opzij, zodat de positie van de pennen duidelijk is.
Lijn de pennen uit met behulp van het LCD-scherm of de zoeker van de SLR en draai de camera van links naar rechts, zodat de pennen van de linkerkant naar de rechterkant van het LCD-scherm bewegen. Let op de relatieve beweging van de pennen terwijl de camera draait. Verplaats de camera naar voren of naar achteren met behulp van de panoramakop tot er geen relatieve beweging van de pennen meer plaatsvindt terwijl de camera draait.
3. Zet de camera waterpas. Gebruik hiervoor de luchtbelwaterpas op het statief of, indien deze niet aanwezig is, gebruik een losse waterpas.
Softwarefabrikanten hebben vaak specifieke gegevens over bijvoorbeeld Nikon lenzen nodig om lensvervorming te voorkomen wanneer ze panoramasoftware ontwerpen. Nikon kan deze informatie echter niet verstrekken aangezien deze onder de bedrijfsgeheimen valt.
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Tips
- Hits: 1419
Welke verscherpingsoptie van de camera moet ik gebruiken?
Wanneer beelden worden gedigitaliseerd, worden ze vaak iets onscherper. Het 'gemiddelde' van de beelddetails wordt berekend en toegepast op de pixels, waardoor de foto in zijn geheel waziger wordt. In digitale beelden is er een nauwkeurige balans tussen contrast en resolutie die samen onze waarneming van scherpte bepalen. Om deze onscherpte tegen te gaan, bieden digitale camera's de mogelijkheid beelden in de camera te verscherpen. Hierbij worden randen duidelijker zichtbaar gemaakt door het contrast van aangrenzende pixels te verhogen. Foto's zien er gewoonlijk het mooist uit als ze scherp en helder zijn, hoewel té scherpe beelden er kunstmatig en onaantrekkelijk uitzien. Het grootste voordeel van het toepassen van verscherping in de camera is dat het veel minder tijd kost om beelden achteraf te bewerken.
De ingebouwde verscherpingsopties van de nieuwste digitale spiegelreflexcamera's zijn beschikbaar via de Picture Control-instellingen. Deze zijn toegankelijk via Opnamemenu >Picture Control instellen. Nadat u een Picture Control hebt geselecteerd, duwt u de multi-selector naar rechts om de verscherping van die Picture Control aan te passen. Op deze manier kunt u de verscherping automatisch toepassen of kiezen uit een schaal van 0 tot 9 voor de verscherping die op een foto wordt toegepast.
De ingebouwde verscherpingsopties van een camera bepalen hoe scherp randen van onderwerpen op de foto moeten afsteken.
- Verscherping is een ingewikkeld onderwerp dat uitgebreider wordt besproken in andere artikelen. Hier volgen echter enkele korte, maar nuttige suggesties:
- Voor foto's die u gaat vergroten of die zijn gemaakt met een hoge ISO, verlaagt u de verscherping tot Low (Laag).
- Voor onderwerpen met weinig contrast waarop u moeilijk kunt scherpstellen, kunt u de verscherping verhogen tot Medium High (Medium hoog) of High (Hoog).
- Voor portretten waarbij zachte tonen gewenst zijn, stelt u de verscherping in op Low of None (Geen).
- De extra ruis/korrel die ontstaat door verscherping kan worden verminderd met het filter Median (Mediaan) van Photoshop.
- Het verschil tussen Low, Normal en Fine komt overeen met een verhoging van ongeveer 40% van het filter Unsharp Mask (Onscherp masker) van Photoshop. Gebruik voor meer flexibiliteit Low of None, hoewel Normal geschikt is voor de meeste situaties.Het effect van verscherping wordt duidelijker zichtbaar als u de foto vergroot. Hanteer hierbij de volgende vuistregel als uitgangspunt:
- Tot A4: Medium High / High
- Tot A3: Normal
- Tot A2: Medium Low / Low
- Groter dan A2: None / Low
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Tips
- Hits: 1470
Wat zijn de voordelen van 14-bits opslag ten opzichte van 12-bits opslag?
Bij bepaalde digitale spiegelreflexcamera's van Nikon is 14-bits opslag van RAW (NEF)-bestanden mogelijk. Beeldbestanden die zijn opgeslagen met 14 bits, zijn circa 1,3 maal groter dan bestanden die zijn opgeslagen met 12 bits. De extra gegevens bieden echter meer mogelijkheden voor nabewerking, produceren rijkere kleurtonen en leveren uiteindelijk uitvoer van een hogere kwaliteit.
Wanneer u het resultaat van 12-bits en 14-bits opnamen vergelijkt, zult u merken dat het grootste verschil zichtbaar is in de schaduwdetails. In 14 bits kunnen in totaal viermaal zoveel gegevens worden opgeslagen, maar de schaduwgebieden, die gewoon minder worden belicht dan de middentonen of hoge lichten, bevatten veel meer details.
In een binair getal met een nauwkeurigheid van 12 bits kan een getal worden opgeslagen met 4096 verschillende mogelijke waarden (2 tot de macht 12). Bij 14 bits zijn 16.384 mogelijke waarden beschikbaar. Dit is viermaal zo veel in vergelijking met 12 bits. Dit hogere aantal bits leidt niet tot meer pixels of een groter kleurbereik, maar wel tot een grotere nauwkeurigheid voor elke pixel.
De beeldsnelheid waarmee beelden kunnen worden vastgelegd, is lager bij 14 bits aangezien de processor meer tijd nodig heeft om de extra gegevens op de geheugenkaart te schrijven. Wanneer u fotografeert terwijl 14 bits is geactiveerd, moet u daarom bepalen hoe belangrijk de fotografeersnelheid is ten opzichte van de kwaliteit van het uiteindelijke beeld, aangezien beide factoren elkaar beïnvloeden.